Grote Cellisten in het Muziekgebouw | The Kick-Off
Programmatoelichting Unieke Dvořák
Zondag 28 april 2024 - 20.15 u
Grote Zaal Muziekgebouw
Programma
Pjotr Iljits Tsjaikovski (1840 – 1893)
Andante cantabile uit het strijkkwartet nr. 1 in D, opus 11
Pjotr Iljits Tsjaikovski
Serenade voor strijkers in C, opus 48 (arr. James Barralet)
- Pezzo in forma di sonatina: Andante non troppo - Allegro moderato
- Valse: Moderato - Tempo di valse
- Élégie: Larghetto elegiaco
- Finale (Tema russo): Andante - Allegro con spirito
pauze
Antonín Dvořák (1841 – 1904)
Celloconcert in b, opus 104 (arr. Paul Handschke)
- Allegro
- Adagio, ma non troppo
- Finale
Uitvoerenden
Maximilian Hornung cello
Benjamin Nyffenegger cello
Anna Tyka Nyffenegger cello
Thomas Grossenbacher cello
Paul Handschke cello
Andante cantabile uit het strijkkwartet nr. 1 in D, opus 11
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski was natuurlijk beroemd om zijn groot bezette symfonische werken en opera’s, maar heeft ons ook een aantal indringende kamermuziekwerken nagelaten waaronder drie strijkkwartetten en het sextet voor strijkers ‘Souvenir de Florence’.
Het ontroerende Andante Cantabile uit het eerste strijkkwartet van Tsjaikovski is een van die stukken die je niet meer vergeet wanneer je het ooit hebt gehoord.
Zestien jaar na het ontstaan van het eerste strijkkwartet maakte Tsjaikovski zelf in 1888 een versie voor cello solo en strijkorkest. De vorig jaar overleden Kroatische meestercellist Valter Dešpalj maakte al eens eerder een versie voor cellokwintet. Vandaag een versie voor cellokwartet met Maximilian Hornung als solist.
Serenade voor strijkers Serenade voor strijkers in C, opus 48
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski - (arr. James Barralet)
Tsjaikovski componeerde de serenade voor strijkers op het toppunt van zijn roem in 1880.
Met het schrijven van een serenade wilde hij zijn eer betuigen aan Wolgang Amadeus Mozart, van wie hij een groot bewonderaar was. En in de Serenade is dat ook goed waarneembaar. Hemelse lichtheid wordt afgewisseld met typisch ‘Tsjaikovkiaanse’ zwaarmoedigheid.
Na een koraalachtige, markante introductie in het eerste deel (Pezzo in forma di sonatina) is het lichtheid troef en ook in het tweede deel, Valse, combineert Tsjaikovski speelsheid met prachtige slavische melodieën-rijkdom.
Het derde deel is een echte Russische Elegie maar in het vierde deel keert hij terug naar klassieke vormen met wel weer puur romantische climaxen.
De versie voor cellokwartet is van de hand van de Engelse cellist, componist en arrangeur James Barralet.
Celloconcert in b, opus 104
Antonin Dvořák - (arr. Paul Handschke)
Van alle romantische celloconcerten zoals van Elgar, Schumann, Volkmann, Lalo, Tsjaikovski (Rococovariaties) en nog een paar anderen, neemt het concert van Dvořák toch wel een speciale plaats in. Het is een majestueus werk, eigenlijk meer een symfonie met extra solo cello. Dat maakt de bewerking voor solo cello en kwartet nog extra interessant.
Tijdens de imposante inleiding van 5 minuten in het eerste deel van het celloconcert worden de belangrijke thema’s al voorgesteld waarna de solist het nog eens dunnetjes overdoet.
De Tsjech Antonín Dvořák componeerde het concert in 1895 tijdens zijn laatste periode in Amerika. In diezelfde tijd componeerde hij ook zijn negende symfonie (New World Symphony) en zijn strijkkwartet in F, het ‘Amerikaanse’ kwartet.
In al zijn composities uit die periode vermengt hij duidelijk waarneembare invloeden van zijn ‘nieuwe wereld’ zoals Amerikaanse volksliedjes, gospel, en voorzichtige jazz-invloeden, met die typische Dvořák-melancholie: prachtige melodieën met Boheemse en Moravische achtergrond. Hij werd uiteindelijk verteerd door heimwee en bracht het laatste deel van zijn leven toch weer in zijn geboorteland door.